"verboden toegang"
Een briefje met deze tekst hangt alweer een tijdje op de deur van onze tienjarige dochter. En onder dit briefje hangt een ander epistel met daarop ‘drie keer kloppen’.
En ineens dacht ik terug aan mijn eigen kindertijd. Ook ik had een briefje op de deur, een slot op mijn dagboek en geheimen voor mijn ouders. En ik herinner mij het eerste gevoel van eenzaamheid.
In mijn praktijk komen veel negen- en tienjarigen. Kinderen die op de één of andere manier vastlopen. En ook komen ouders die vragen hebben over hun zoon of dochter in deze leeftijd. En wat ik heel erg vaak onterecht hoor is dat hun zoon of dochter al vroeg in de puberteit zit. Niets is minder waar. Een kind van negen zit in een eigen tijd, een eigen fase en helaas is dit weten over deze specifieke leeftijdsfase een beetje verdwenen. Zelfs een groot aantal professionals uit het onderwijs en de hulpverlening is hier niet echt meer mee bekend. En toch wordt dit fenomeen door iedereen herkend als ik erover praat tijdens een lezing of workshop.
Laten we het kind van negen eens nader bekijken.
Eenzaamheid
Allereerst is het heel interessant om eens te kijken naar de tekeningen die kinderen in deze leeftijdsfase maken. Het komt regelmatig voor dat kinderen tussen de acht en tien jaar ondergaande zonnen tekenen, maar ook hele kleine huisjes ergens aan het eind van een weg of een enkel mensfiguurtje. Er gaat vaak iets eenzaams van de tekeningen uit.
Kinderen in deze leeftijd hebben dat gevoel van eenzaamheid ook en ervaren het heel intens. Ze kunnen overvallen worden door een gevoel van verlaten worden of alleen zijn. Het kan dan ook gebeuren dat er weer lampjes aan moeten ’s nachts en ook is het ineens weer spannend om alleen thuis te zijn. Kinderen hebben in deze periode soms weer wat meer behoefte aan knuffelen, op schoot zitten of zomaar even lekker tegen papa of mama aanhangen. Het is dan ook van belang dat ouders dit weten en aan deze behoefte tegemoet komen. Het helpt kinderen door dit gevoel van eenzaamheid heen.
Tegelijkertijd hebben ze ook behoefte aan privacy. De kamer is ineens verboden terrein. Drie keer kloppen is een voorwaarde om de kamer binnen te komen en het slot van de badkamer gaat er ook ineens op.
Je ziet hier dus eigenlijk twee tegenstrijdige bewegingen. De angst om alleen te zijn en de behoefte om alleen te zijn. Voor ouders is het heel belangrijk om beide bewegingen te zien en aan de behoefte tegemoet te komen.
Puber?
Als we kijken naar het gedrag van deze kinderen valt op dat kinderen tussen de acht en de tien jaar veranderen. Kinderen worden brutaler, zijn kritischer en komen op een andere manier voor zichzelf op. En hier zit heel vaak de verwarring met de puberteit.
Om onze eigen dochter als voorbeeld te nemen. Van de één op de andere dag hoorde ik uitspraken als: ‘Mam, doe niet zo raar, ik schaam me dood’. Of ‘je kleren kunnen echt niet mam, dat is niet hip’. ‘Je haar zit gek.’
Je ziet kinderen die op school op hun tenen lopen en hun best doen, maar thuis ineens in alle heftigheid boos kunnen worden. Schreeuwend de trap op kunnen rennen. ‘Niemand begrijpt mij’ wordt vaak geroepen! En zo ervaren de kinderen in deze leeftijd het ook.
En hier zie je de beweging weer twee kanten opgaan. Aan de ene kant op schoot willen zitten met aan de andere kant heel kritisch zijn en zich afzetten. Dat dit verwarrend voor het kind zelf is moge duidelijk zijn. Maar ook voor de omgeving is dit vaak moeilijk te begrijpen. Laat staan dat er begrip is. Want ‘net deed hij nog zo brutaal, en nu wil hij ineens aandacht!’.
Leven en dood
Kinderen rond het negende jaar kunnen ook met het thema leven en dood bezig zijn. Huisdieren die dood gaan worden met de grootste zorg en het liefst met rituelen begraven. Er is een diep verdriet en gebeurtenissen als overlijden worden intens ervaren.
Kinderen worden zich ook enorm bewust van het feit dat het leven eindig is. En als je die gedachte doortrekt dan betekent dit ook dat je eigen vader of moeder niet meer thuis kan komen en dat je dus alleen achterblijft.
Ik weet dat ik zelf als kind mijn fotoboeken heb nagezocht of mijn ouders wel mijn echte vader en moeder waren. Want ik kon ook wel eens te vondeling gelegd zijn. Dit gegeven speelt soms ook bij negen- jarigen. Bij wie hoor ik?
Veel kinderen bespreken het thema ‘leven en dood’ met ouders, familie of vriendjes en vriendinnetjes. Dit is niet direct een reden voor ouders om zich zorgen te maken. Het hoort er eigenlijk gewoon bij dat het ik-bewustzijn bij een kind verandert. Een kind ervaart vanaf de geboorte de wereld en alles wat daarin is als een groot geheel. Er is nog een eenheidsbewustzijn waarin een kind zich één met iedereen ervaart. Geheimen zijn er niet, want ‘iedereen weet wat ik denk’ en ‘iedereen ziet alles’. Zo vanaf het achtste levensjaar begint dat te veranderen en wordt een kind zich ineens pijnlijk bewust dat mama niet alles ziet en papa niet alles weet wat er gedacht wordt. Dat betekent dus dat je geheimen kunt hebben en dat betekent ook dat je ineens erg alleen bent. Want als je niet één bent met alles, als iemand dood kan gaan, dan kun jij alleen achterblijven. En wat dan?
Soms vertellen kinderen in mijn praktijk ook dat ze zelf dood willen. Als ik daar verder op in ga dan blijkt meestal niet dat ze suïcidaal zijn, maar dat ze de situatie waarin ze
zitten, de gevoelens en emoties die ze hebben, zo vervelend vinden dat ze daar vanaf willen. En omdat het thema dood en leven een rol speelt is de uitspraak al snel gedaan.
En weer zie je hier de tweestrijd tussen verbinden en losmaken.
Als er een overlijden plaatsvindt in de naaste omgeving van het kind is het belangrijk om te weten dat dit enorm intensief beleefd en gevoeld wordt. Erover praten helpt, maar een stukje begeleiding kan heel wenselijk zijn.
Schoolstrijd
Die tweestrijd tussen verbinden en losmaken vinden we ook terug in de klas. Kinderen in deze leeftijd ervaren het contact tussen leeftijdsgenootjes ineens veel intensiever. Er komen clubjes. Er komen ‘echte’ ruzies en het gevoel van ‘gepest worden’ komt nu ook meer voor. Omdat de gevoelslaag bij deze kinderen zo enorm in beweging is zien we het gedrag wat thuis zichtbaar is, ook in de klas terugkomen. Brutale antwoorden, kritische opmerkingen, emotionele uitspattingen, niet meer alles accepteren en veel op elkaar reageren zijn aan de orde van de dag.
Helaas zie ik dat veel leerkrachten die met deze leeftijdsgroep werken een oplossing zoeken in de vorm van een sociale vaardigheidstraining. Daarnaast wordt er veel tijd besteed aan het uitpraten en corrigeren van ongewenst gedrag. Begrijpelijk en ook nodig. Maar helaas mist het inzicht in deze leeftijdsgroep nog vaak. Kennis over deze fase is zo uit ons systeem verdwenen dat begrip voor deze kinderen vaak ver te zoeken is. Het bestraffen en corrigeren van gedrag gaat voor het begrijpen van het gedrag. En wat hebben juist kinderen van deze leeftijd behoefte aan begrip en iemand die ze uitlegt wat er nu eigenlijk aan de hand is. Want de wereld is ineens best verwarrend.
Daarbij wordt de lesstof ook pittiger. Kinderen moeten thuis vaak aan de slag om topografie te leren of om een spreekbeurt of werkstuk te maken. Het doet een beroep op hun ‘groot zijn’ terwijl ze zich tegelijkertijd nog zo klein voelen.
Uitleg helpt
Als kindercoach leg ik de kinderen en ouders die bij mij in de praktijk komen vaak uit hoe het nou eigenlijk zit. Ik geef als het ware ‘hoe werkt het als ik 9 jaar ben – les’. En dat helpt! Het geeft zicht op de situatie, maar haalt de lastige fase niet weg. Alleen wordt het op de een of andere manier draaglijker, juist omdat ze weten dat dit erbij hoort en dat ze het goed doen. Dat deze fase belangrijk is voor de rest van hun leven. En dat ze echt een lichtje nodig hebben ’s nachts. Dat ze echt bij papa en mama mogen knuffelen en dat ze ook recht hebben op hun eigen privacy. Maar ook dat ze een reactie kunnen verwachten op grote monden en brutaal gedrag. En voor de ouders zeg ik er dan bij dat dit geen puberteit is, maar gewoon een negenjarige die de wereld verkent op deze manier. Pubers zijn echt anders. Maar dat duurt nog even voor het zover is.
Spel
Het is vaak genieten om een jong kind te zien spelen. Hele verhalen worden verteld en het ene moment is de stoel een boot en het volgende moment is dezelfde stoel een auto. De fantasie van kinderen is enorm en de speelmogelijkheden onbegrensd.
Zo rond dat negende jaar zie je hierin een verschuiving komen. Speelgoed wordt kinderachtig en ineens ‘gaan ze zich vervelen’. Hebben ze niets te doen en is alles saai!
En aan de andere kant kunnen ze soms ook weer uren met de lego of barbie’s spelen.
Bij het bewust worden van de eigen ik, afgezonderd van de ander, komt ook het gevoel van een afscheid nemen. Kinderen voelen zich soms heel verdrietig omdat ze zich ineens realiseren dat een bepaalde tijd voorbij is. Dit is vaak onbewust, maar het gevoel wordt wel bewust ervaren. De fantasiekrachten worden omgevormd tot creatief denken en dit is veel meer gericht op het oplossend vermogen van kinderen. De tijd van de ongebreidelde fantasie is voorbij en kinderen voelen dit op de een of andere manier aan. Zoals ik in het begin van dit artikel al schreef zie je vaak tekeningen van ondergaande zonnen. Er is iets voorbij en kinderen geven dit vorm door op deze manier te tekenen. In de praktijk maak ik daar dan ook ruimte voor. Tekenen is een prachtige manier van uiten en het kind krijgt de mogelijkheid om onbewuste processen uit te werken. Het helpt!
Tot slot
Natuurlijk is niet alles kommer en kwel voor de negenjarige. Het ene kind zal hier met meer plezier in staan dan het andere kind. Maar het blijft belangrijk dat er begrip is voor deze kinderen. Volwassenen die innerlijk weten dat de grenzen opgezocht kunnen en mogen worden. Groot zijn is leuk, groot groeien soms pijnlijk. Maar opgroeien met volwassenen om je heen die je zien en je ondersteunen in dit groeiproces is een zegen en in mijn ogen een must!
Een magische dag gewenst
Jeannette van Kuik
Reactie plaatsen
Reacties